Diabetes mellitus bij de kat
24 september 2015 
7 min. leestijd

Diabetes mellitus bij de kat

Diabetes mellitus, in de volksmond suikerziekte genoemd, komt vaak voor bij katten. Meestal bij de gezellige dikkerds, maar een enkele keer ook bij een slanke, ogenschijnlijk gezonde kat. Het is een vervelende aandoening die veelal levenslange behandeling vereist. Niet zelden zijn eigenaren niet gemotiveerd om aan deze behandeling te beginnen of het vol te houden. Om motivatie op te kunnen brengen is het allereerst belangrijk dat je goed begrijpt wat de ziekte inhoudt en hoe het traject na de diagnose zal zijn. In dit artikel leg ik je uit wat diabetes mellitus is, hoe je het behandelt en leg ik je enkele complicaties uit.

Normale suikerstofwisseling

In de buik van je kat ter hoogte van de maaguitgang bevindt zich de alvleesklier. Een onderdeel van die alvleesklier zijn de Eilandjes van Langerhans; die zijn verantwoordelijk voor de regulatie van de hoeveelheid suiker in de bloedbaan. Deze eilandjes produceren een aantal belangrijke hormonen, zoals insuline en glucagon, die ze rechtstreeks in de bloedbaan afgeven. De bloedsuikerspiegel wordt door deze hormonen tussen de 3.4 en 5.7 mmol/L gehouden.

  • Insuline: als de suikerspiegel in het bloed omhoog gaat (en dat gebeurt o.a. als je kat net gegeten heeft), dan wordt de alvleesklier gestimuleerd om het hormoon insuline af te geven. Deze insuline zorgt ervoor dat al die suiker in de bloedbaan door de lichaamscellen kan worden opgenomen voor gebruik. Insuline opent als het ware de suikerpoortjes van deze weefsels. Als deze weefsels de suikers uit de bloedbaan opnemen, dan wordt de bloedsuikerspiegel weer lager. Dat is –kort door de bocht gezegd- wat insuline doet: het verlaagt de bloedsuikerspiegel (als deze te hoog is) en zorgt er voor dat de weefsels van brandstof (suiker) voorzien worden.
  • Glucagon: de grote tegenhanger van insuline. Als de suikerspiegel in het bloed omlaag gaat (als je bijvoorbeeld een tijdje niet hebt gegeten), dan wordt de alvleesklier gestimuleerd om het hormoon glucagon af te geven. Die zorgt er op zijn beurt weer voor dat er suiker vrijgemaakt wordt uit verschillende weefsels en dat die word afgegeven aan de bloedbaan. Glucagon verhoogt dus de bloedsuikerspiegel (als deze te laag is).

Wat gaat er mis bij diabetes?

Bij diabetes bestaat er een (relatief) tekort aan insuline. Dat heeft als gevolg dat suiker niet meer wordt opgenomen in de weefsels en blijft ‘hangen’ in de bloedbaan. Je hebt dan een verhoogde bloedsuikerspiegel of glucoseconcentratie in het bloed. De hoge suikerconcentratie in de bloedbaan onttrekt water uit de cellen. Samen met de suiker wordt dit water uitgescheiden in de urine. Omdat de suikers niet meer binnengelaten worden in de weefsels komen die zonder brandstof te zitten. Door het vele plassen worden allerlei stofjes “mee uitgeplast” zodat daar een tekort aan komt. Je moet daarbij denken aan stofjes als natrium, kalium en fosfaat.

Drie typen diabetes bij katten

Type 1: de insulineproducerende cellen in de alvleesklier worden door het eigen lichaam onherstelbaar kapot gemaakt. Dit type komt weinig voor bij katten.

Type 2: er wordt wel voldoende insuline aangemaakt, maar de bovengenoemde suikerpoortjes in de weefsels doen de deur niet meer open voor suiker als de insuline dat van hen vraagt. Het probleem zit hem dus in eerste instantie niet in de productie van insuline, maar in de insulineresistentie van de weefsels, zoals we dat met een duur woord noemen. Het probleem wordt nog erger als de alvleesklier denkt dat hij niet genoeg insuline heeft gemaakt (want hé; de suikerspiegel blijft hoog!). De alvleesklier gaat meer en meer insuline produceren, maar het helpt allemaal niets. De suikerspiegel is hoog en blijft hoog zolang de suikerpoortjes niet werken. Door het harde werken raken de cellen van de alvleesklier uitgeput en zullen op den duur steeds minder insuline maken. Deze variant van suikerziekte zien we het meest bij katten met overgewicht (die weinig bewegen).

Type 3: deze variant wordt veroorzaakt door medicijnen, zoals langdurig gebruik van prednison of de poezenpil. Een enkele keer is een een andere ziekte, zoals bijvoorbeeld alvleesklierontsteking de boosdoener.

Wat zie je aan een kat met diabetes?

Een typische diabetes-kat in een vroeg stadium presenteert zich bij de dierenarts met het verhaal dat hij al een tijd lang veel drinkt en plast. Heel veel drinkt en plast. En dat hij afvalt, ondanks dat hij best wel goed lijkt te eten. Blaasontstekingen willen ook nog wel eens voorkomen. Als dat vroege stadium gemist wordt, wordt je kat zieker. Sloom, niet meer willen eten, misselijk, neurologische verschijnselen, uitgedroogd en soms zelfs coma.

Diagnose van diabetes

Je dierenarts stelt de definitieve diagnose door de hoeveelheid glucose in het bloed te meten. Aangezien deze waarde ook tijdelijk sterk kan verhogen door stress (van het bloedprikken, het reismandje, de witte jas, ziek zijn etc), meet je dierenarts ook altijd de fructosamine-waarde. Als deze ook verhoogd is, is het bewijs voor diabetes mellitus geleverd. Niet bewijzend, maar wel vaak aangetoond bij diabetes zijn een verlaagde natrium, kalium en fosfaat.

Wat is de behandeling?

Fase 1: Als je katje heel ziek is, zal hij door de dierenarts worden opgenomen. Daar krijgt hij snelwerkende insuline en infuus tegen de uitdroging, maar ook om eventuele disbalans in andere bloedwaarden te corrigeren, zoals natrium, kalium en fosfaat.

Fase 2: Als je katje zelf eet en de bloedwaarden weer genormaliseerd zijn, dan mag hij naar huis.

  • Thuis ga je behandelen met insuline in de vorm van injecties (Caninsulin® of Lantus®). Je dierenarts gaat je leren hoe en wanneer je deze toedient. Tevens zul je wekelijks (of zo nodig vaker) gaan meten hoe hoog de bloedsuikerspiegel is. Ook dat kan je dierenarts je aanleren.
  • Afvallen is van heel groot belang als je kat te zwaar is (voor zover dat niet al gebeurd is toen hij ziek was) om te zorgen dat de suikerpoortjes in de weefsels weer volledig gaan werken.
  • Beweging is heel belangrijk, want ook dat activeert deze poortjes.
  • Voeding geven die relatief arm is aan koolhydraten en wat meer eiwitten bevat. Daarnaast is het belangrijk om een gezond gewicht te kunnen bereiken en houden. Diabetic van Royal Canin of M/D van Hill’s zijn een goede voedingskeuze voor katten met diabetes. De voeding geef je in vaste hoeveelheden en op vaste tijdstippen.

diabetes-voeding-kat

Bonusproblemen bij diabetes

  • Somogyi-effect: dit effect treedt op als de suikerspiegel te ver daalt door een te hoge insulinegift. In een stressreactie zal het lichaam proberen om zelf suikers vrij te maken uit de weefsels. Het resultaat is dat je ondanks verhogen van je insulinegift een hoge bloedsuikerspiegel blijft meten. Als de diabetes bij jouw katje slecht te reguleren lijkt, is dit absoluut iets waar je aan moet denken. Om te ontdekken of je werkelijk met het somogyi-effect te maken hebt, maak je samen met je dierenarts een dagcurve. Op zo’n dag meet jij of je dierenarts iedere 2 uur de hoogte van de bloedsuikerspiegel en schrijft deze op met het tijdstip. Door hier een curve van te maken kun je inzicht krijgen in de schommelingen van de bloedsuikerspiegel en de reactie van het lichaam op insuline.
  • Blaasontstekingen of nierbekkenontstekingen: op het moment dat de suikerspiegel te hoog wordt (en dat is vaak, ook bij gereguleerde diabeten) zal er suiker met de urine mee afgevoerd worden. Suiker kan schade aanrichten aan de wand van de urinewegen, waardoor er een ontsteking ontstaat. Suiker is daarnaast een ideale voedingsbodem voor bacteriën en deze zullen zich dan ook maar wat graag ophouden in de blaas van je kat. Tot slot hebben zieke dieren stress, wat -zeker bij katten!- een hele goede reden is om een blaasontsteking te krijgen.
  • Hypo: de bloedsuikerspiegel wordt te laag. Strict genomen spreekt men van een hypo bij een suikerspiegel van *Caninsulin bestaat uit twee ‘soorten’ insuline. Deel één geeft 1,5 uur na toediening een maximaal effect. De werking houdt daarna nog 5 tot 12 uur aan. Deel twee geeft een maximaal effect na ongeveer 8 uur. De werking van het tweede deel houdt daarna nog maximaal 4 uur aan. De totale werkingsduur bij katten is meestal niet langer dan 12 uur (middellangwerkend).
  • Hyper/keto-acidose: de suikerspiegel zal sterk stijgen als je kat geen of te weinig insuline krijgt. Hij kan daardoor zelfs in coma raken. Als het om een of andere reden niet lukt om insuline te prikken bij je kat, ga dan altijd naar je dierenarts!
  • Schade aan zenuwen en bloedvaten: als de suikerspiegel langdurig hoog blijft kan er schade aan zenuwen en vaten ontstaan. Het gevolg is dat wondjes langzamer genezen, je kat met zijn hakjes op de grond loopt of dat hij blind wordt.

diabetes-kat-hakken

Toekomstbeeld van een kat met diabetes

Als je kat eenmaal goed gereguleerd is en jij je kat keurig op gewicht houdt, dagelijks zijn insuline geeft en regelmatig zijn suikerwaardes checkt (en ingrijpt uiteraard) dan kan je viervoeter gelukkig een heel normaal leven leiden. De prikjes zijn in principe niet pijnlijk en de meeste katten wennen er in een mum van tijd aan. Als je kat goed gereguleerd is, dan is zijn levensverwachting zelfs vergelijkbaar met katten zonder suikerziekte. Vaak zien we dat de behoefte aan insuline afneemt als je kat afvalt. Niet zelden kan er zelfs gestopt worden met insuline zodra de kat op normaal gewicht is.

Je hoeft dit gelukkig allemaal niet alleen te doen! Uiteraard doe je dit hele traject in samenwerking met je dierenarts. Hij, zij of de assistente zal je alle kneepjes van het suikerziekte-vak leren en regelmatig controlemomenten (meestal vier keer per jaar, in het begin vaker) plannen.

Heel veel succes!

Let op: Dit artikel is puur informatief en ondersteunend bedoeld. Het is nadrukkelijk niet geschikt om zelf een diagnose te stellen of een behandeling te starten. Ga voor het stellen van een diagnose en het instellen van een behandeling altijd naar je dierenarts! Lees voor de overige voorwaarden de disclaimer onderaan deze website.

Over de schrijver
Saskia van der Valk
Door

Saskia van der Valk

op 24 Sep 2015

Heel duidelijk verhaal! Vooral de bijcomplicaties zijn duidelijk omschreven. Dat is wat ik vooral graag wil weten.

Y. Brink
Door

Y. Brink

op 25 Sep 2015

Heel duidelijk verhaal. Ook de side-effecten. Wij hebben onze Dorus 6 jaar met suikerziekte in (een prettig) leven kunnen houden. Hij is ruim 15 jaar geworden.

Tamara
Door

Tamara

op 25 Sep 2015

Even ter aanvulling: Caninsulin bestaat uit twee ‘soorten’ insuline. Als polypeptide hormoon is insuline alleen werkzaam langs parenterale weg (inspuiten dus) Het enig beschikbaar diergeneeskundig (!) preparaat op de Nederlandse markt bevat gezuiverd varkensinsuline (structureel identiek met hondeninsuline); het bevat 40 IE/ml deels onder amorfe, deels onder kristallijne vorm (verlengde werkingstijd). De totale werkingsduur bedraagt 12 uur bij een kat (eerste plasmapiek na ongeveer 4 h; tweede na ongeveer 8 h).Het zou ook fijn zijn als je vermeldt dat er ook met humane insuline kan worden ingesteld (Lantus) en dat daar het beste het protocol van dr. J. Rand voor gevolgd wordt.

Ilse
Door

Ilse

op 25 Sep 2015

Dankjewel Tamara. Er staat in het artikel al omschreven dat er behandeld gaat worden in de vorm van injecties. Ervaring leert dat de meeste dierenartsen in Nederland werken met Caninsulin. Lantus is inderdaad een goede optie, zeker omdat het langer werkt en katten er soms beter op gereguleerd kunnen worden. Dit artikel heeft echter niet als doel om allerlei technische details uit te leggen over de soorten insuline of onderdelen daarvan. Zoals al eerder vermeld denk ik niet dat dat de leesbaarheid verhoogt.

chipo
Door

chipo

op 30 Sep 2015

Mijn kat is bijna 20 geworden en is bijna 10 jaar lang een suikerspinner geweest. Ik mis haar nog elke dag.

Evelien
Door

Evelien

op 07 Aug 2016

Ik vraag me af tot welke hoogte de suikerspiegel +_ maximaal kan zijn. Mijn kat zat vanavond op 29! Begint nu langzaam omlaag te gaan gelukkig. Mijn kat blijft vreten ook als hij al genoeg heeft gehad.... lastig!

Ilse
Door

Ilse

op 08 Aug 2016

Oei Evelien, 29 is heel erg hoog! In de praktijk zie ik ze nog wel eens net boven de 30 komen, maar dan zijn ze vaak (niet allemaal, uitzonderingen heb je overal) al niet meer goed aanspreekbaar. Als je kat insuline krijgt, dan zou hij ook "afgepast" eten moeten krijgen om te voorkomen dat hij te veel of te weinig eet. Wellicht goed om dat met je dierenarts te bespreken? Als de suikerspiegel nu nog steeds hoog is dan zou ik nu sowieso direct contact opnemen om te bespreken wat wijsheid is. Succes!

Schoggers-Groeneveld
Door

Schoggers-Groeneveld

op 22 Feb 2018

Kunt u mij wat meer vertellen over prozinc insuline. Mijn kat krijgt die nml. Voorheen kreeg hij caninsulin. Zijn suikerspiegel schommelde teveel.

Yvonne
Door

Yvonne

op 05 Nov 2019

Mijn kat krijgt sinds 5 maanden insuline en we krijgen haar njet i geregeld, We begonnen met 2xd 3eh en zafen op 2x6eh. Bij de co grote was haar waarde weer gestegen naar 26. Daar begonnen we in juni ook mee. We zitten nu op 2x 7eh, maar ik zie geen verbetering. Ik maak me erge zorgen. Ze eet redelijk, is 12,5 j, weegt nu 4.85kg (was 4.6 op zijn laagst) drinkt veel en brengt geregeld een uurtje of wat door naast de waterbak.

Reactie plaatsen

Gratis Ebook: 25 Kattenspelletjes

Speelt je kat niet? Verveelt hij zich? Of mag er wel een onsje vanaf? Met dit ebook ontvang je inspiratie om je kat lekker te laten spelen!
50%
Je bent er bijna!
Waar mag het boek heen gestuurd?
Download gratis ebook