Chronisch nierfalen bij de kat
01 september 2015 
in Medisch
4 min. leestijd

Chronisch nierfalen bij de kat

Al een tijdje gaat het niet zo lekker met je kat; hij drinkt veel meer dan anders en hij plast meer. Ook de eetlust houdt niet echt over. Soms is hij zelfs misselijk en houdt niets binnen. Bij de dierenarts is bloedonderzoek gedaan en vastgesteld dat het om nierfalen gaat. Een complexe aandoening die kan voorkomen bij iedere kat, maar die we voornamelijk zien bij katten van middelbare en oudere leeftijd. In dit artikel lees je alles om deze complexe aandoening te begrijpen.

Nieren

De nieren zijn echte alleskunners. Ze zorgen ervoor dat afvalstoffen uit het bloed verwijderd worden in de vorm van urine, maar tegelijkertijd houden ze belangrijke eiwitten, suiker en zouten tegen. De samenstelling van chemische stofjes in het bloed wordt door de nieren in balans gehouden en  ze zorgen dat de bloeddruk in het lichaam op peil blijft; niet te hoog en niet te laag. Daarnaast maken de nieren een hormoon (EPO) dat er voor zorgt dat er rode bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg. Een heel belangrijk onderdeel van de nieren zijn de nefronen. Dat zijn, als het ware, de filters van de nier.

nier-kat

Nierfalen; wat gaat er mis?

In het geval van nierfalen gaan de nefronen (de filters van de nier) kapot. Dan gebeurt er het volgende:

  1. De nieren kunnen het vocht niet meer goed binnenhouden, waardoor je kat veel gaat plassen (daar begint het meestal mee). Omdat hij zoveel plast moet hij heel veel drinken om niet uit te drogen.
  2. De nieren voeren de afvalstoffen niet meer goed af naar de urine. Door die ophoping van afvalstoffen in het bloed wordt je kat misselijk en heeft hij geen trek meer in eten. Ook kunnen er door deze afvalstoffen zweren ontstaan in de maag en in het bekje, wat een andere goede reden is om niet te willen eten.
  3. De nieren houden de eiwitten niet meer goed tegen, zodat ze worden uitgeplast. Daardoor valt je kat snel af, zeker als hij ook nog eens slecht eet. Ook de vacht wordt hierdoor dof.
  4. Daarnaast kan er bloedarmoede ontstaan, doordat de nieren geen EPO meer maken. Van bloedarmoede word je kat ontzettend moe en lusteloos.
  5. De bloeddruk gaat omhoog bij ongeveer 20% van de katten met nierfalen

In een vroeg stadium zie je nog helemaal niets aan je kat. Al deze verschijnselen zie je pas als ongeveer 75% van de nefronen kapot is. Tot die tijd werken alle overgebleven nefronen gewoon een tandje harder.

Oorzaken van nierfalen

De oorzaak van chronisch nierfalen kan vaak niet worden achterhaald. Leeftijd speelt mogelijk een rol omdat door ouderdom het aantal nefronen dat nog werkt, vaak langzaam maar zeker afneemt. Ook zou voeding en de bloeddruk een rol kunnen spelen.

In een enkel geval wordt het nierfalen veroorzaakt door een afsluiting van de urinewegen, een tumor van de nier, een hartaandoening, ernstige uitdroging, een nier(bekken)infectie of een aangeboren afwijking.

Hoe stellen we de diagnose?

  • Lichamelijk onderzoek: er wordt gekeken naar de algemene toestand van de kat en de verschijnselen zoals die hierboven genoemd zijn.
  • Urine: vanaf 60% nefronenverlies zien we al dat de nieren niet zo goed meer kunnen concentreren. De urine wordt dan te dun. Tevens kunnen we er eiwitten in aantreffen.
  • Bloed: de afvalstoffen van het lichaam in het bloed zullen verhoogd zijn. Dat kunnen we zien aan de ureum en creatininewaarde. Er kunnen te weinig rode bloedcellen aanwezig zijn.

Daarnaast kan je dierenarts een voorstel doen om aanvullend bloedonderzoek en een echo van de nieren te laten maken om zo nodig verder te kijken naar de oorzaak van het nierfalen. Ook kan het goed zijn om te meten hoe hoog de bloeddruk is, zodat deze eventueel apart behandeld kan worden.

Behandeling van chronisch nierfalen

De behandeling van chronisch nierfalen vindt plaats in twee fasen. De eerste fase is bedoeld om te stabiliseren. Je kat moet weer voldoende vocht in zijn lijfje hebben en ook weer zelf kunnen eten. De tweede fase betreft de rest van zijn leven en gebeurt thuis.

Behandeling op de praktijk

De behandeling van nierfalen bestaat uit verschillende onderdelen.

  1. Infuus: als hij is uitgedroogd, wordt je katje opgenomen en gaat minimaal drie dagen aan het infuus om het vochttekort weer aan te vullen. Iedere dag wordt de creatinine gemeten om te kijken in hoeverre de nierwaarden zich willen herstellen. Als deze waarde niet meer verder daalt, dan zal de dierenarts het infuus stoppen. Soms is het mogelijk om het infuus onder de huid te geven, zodat je kat lekker mee naar huis kan.
  2. Medicijnen: tegen misselijkheid en het slechte eten.
  3. Dwangvoeren: als je kat niet wil eten, dan zal hij gedwangvoerd worden. Het is ontzettend belangrijk dat zieke (en niet zieke) katten eten! Op dit moment krijgt hij nog geen nierdieet. Niet omdat het niet goed zou zijn, maar omdat de kat anders een negatieve associatie krijgt met deze voeding door het dwangvoeren. Niet zo handig, als je wilt dat hij dit de rest van zijn leven gaat eten!

Behandeling thuis

Eenmaal weer een beetje opgeknapt op de praktijk, zal je kat naar huis mogen om daar de rest van zijn leven de onderstaande behandeling te krijgen:

  1. Medicijnen om het eiwitverlies in de urine te verlagen en /of de bloedvoorziening van de nieren te verhogen. Eventueel medicijnen om de bloeddruk te laten dalen.
  2. Voeding die de nieren zo min mogelijk belast. De nieren van je kat hebben minder capaciteit om afvalstoffen te verwerken. Deze afvalstoffen komen vrij uit eiwitten in de voeding. De dieetvoeding bedoeld voor nierproblemen bevat dan ook minder eiwitten, zodat de nieren minder belast worden met het opruimen van eiwit-afvalstoffen. Daarnaast zit er minder zout en fosfaat in.
  3. Stimuleren om te drinken

Genezing van deze ziekte is niet mogelijk. Chronisch nierfalen verloopt progressief, wat betekent dat de aandoening langzaam maar zeker erger wordt. De behandeling is gericht op het afremmen van het nierfunctieverlies. Het verloop is vaak niet te voorspellen. De ene kat is een opname bij de dierenarts voor een jaar weer op de been, de andere kat kan binnen een week weer aan het infuus. Soms knapt de kat tijdens de behandeling helemaal niet meer op. In dat geval is inslapen een heel reëele mogelijkheid.

Als het goed blijft gaan..

Dan zul je met je kat regelmatig op controle komen bij de dierenarts om met een bloedonderzoek te kijken hoe de nieren er voor staan en eventueel de medicatie wat aan te passen. In eerste instantie krijgt je kat een controle na een week (na thuiskomst), dan na een maand en daarna ieder half jaar.

Let op: Dit artikel is puur informatief en ondersteunend bedoeld. Het is nadrukkelijk niet geschikt om zelf een diagnose te stellen of een behandeling te starten. Ga voor het stellen van een diagnose en het instellen van een behandeling altijd naar je dierenarts! Lees voor de overige voorwaarden de disclaimer onderaan deze website.

 

 

 

Over de schrijver
Reactie plaatsen

Gratis Ebook: 25 Kattenspelletjes

Speelt je kat niet? Verveelt hij zich? Of mag er wel een onsje vanaf? Met dit ebook ontvang je inspiratie om je kat lekker te laten spelen!
50%
Je bent er bijna!
Waar mag het boek heen gestuurd?
Download gratis ebook